Vijf manieren om als belegger te reageren op een crisis
Als het economisch tegenzit, worden veel beleggers nerveus. Met het dalen van de koersen kan zomaar de winst verdampen die in jaren zorgvuldig is opgebouwd. Maar als belegger moet je toch keuzes maken en daarbij helpt nervositeit niet. Welke strategie kies jij?
1. Alles verkopen
Alles verkopen lijkt een emotionele beslissing, ingegeven door angst. Toch kan het een lucratieve beslissing zijn. Stel je hebt mooie koerswinsten gemaakt en je verkoopt op het moment dat het eerste barstje verschijnt in je beleggersgeluk. Je neemt het verlies van een iets lagere koers voor lief en incasseert alsnog een prima prijs voor je aandelen. Als de koersen daarna pijlsnel dalen, zie je daarin een bevestiging van de juistheid van je keuze.
Het is de droom van de beginnende belegger. Helaas zit er een denkfout in dit proces. Het eerste barstje in je beleggersgeluk herken je meestal wel. Maar je weet nooit of die barst zich weer zal herstellen. Een koers die even een dipje heeft, kan daarna weer verder stijgen. Daar zit je dan met de opbrengst van je aandelen, terwijl de koper in zijn vuistje lacht.
Dit hoeft allemaal niet zo erg te zijn als je precies op tijd hebt verkocht. Neem je je verlies pas op een later moment, dan raak je bij de verkoop meer geld kwijt. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien in de crisis van 2008, toen veel amateurbeleggers de beurs de rug toekeerden.
Alles verkopen, tegen welke prijs dan ook, is vrijwel altijd een emotionele beslissing die rust geeft aan de angstige belegger. Deze belegger had misschien beter een andere manier van vermogen opbouwen kunnen kiezen.
2. Extra inleggen
Deze beweging hebben we in de coronacrisis gezien. De beurzen zonken in maart 2020 kortstondig diep in het rood en brokers konden de toestroom van nieuwe beleggers nauwelijks aan. Het leek wel of iedereen een graantje wilde meepikken van aandelen in de uitverkoop.
Hadden ze geleerd van de fouten van vroeger? Toen stapten spaarders aarzelend over naar de beurs als de koersen al een tijdje aan het stijgen waren. Daardoor betaalden ze een hoge prijs voor hun aandelen. Geen slimme strategie, merkten ze al snel, toen de eerste dip zich aandiende. Voortaan zouden ze wachten op koersdalingen voordat ze gingen kopen. Het voorjaar van 2020 was hét moment!
Goede keuze? Misschien wel. De koersen gingen inderdaad flink omhoog na een diepe daling in maart. Toch is de economische crisis nog maar net begonnen, zeggen de kenners. Welke kleur de cijfers de komende jaren zullen hebben, weet niemand. Ook niet de beleggers die nu het gelijk aan hun kant hebben.
3. Defensiever beleggen
De avontuurlijke belegger stapt graag in aandelen waarvan de koers flink schommelt. Daarmee kun je immers het snelst flinke winsten maken. Het omgekeerde is natuurlijk ook waar. Conjunctuurgevoelige aandelen dalen ook snel in waarde als het economisch tegenzit.
Je zou daarom je volatiele aandelen kunnen inwisselen voor meer defensieve beleggingen, zoals obligaties of participaties in een gemengd beleggingsfonds met een laag risicoprofiel. Je loopt daarmee minder risico op scherpe dalingen en neemt minder steile pieken op de koop toe.
Dit lijkt een rationele keuze, waarmee een offensieve belegger reageert op de nieuwe situatie die een crisis creëert. Een defensieve beleggingsstrategie verkleint inderdaad het risico op grote verliezen. Toch moet je er wel voor bloeden. Als thrillseeker geef je je strategie op, neem je verlies en koop je instrumenten die nog steeds in waarde kunnen dalen. Door de toegenomen vraag loop je ook nog eens het risico dat je daar extra voor betaalt.
4. Beleggen in kansrijke bedrijven
Niet alle bedrijven hebben last van iedere crisis. Tijdens de coronacrisis doen onlinediensten het relatief goed. Denk aan streamingdiensten als Netflix of een bedrijf voor digitale betalingen als Adyen. Het lijkt een goed idee om daar dan maar je geld in te steken.
Als je een belegger bent die de koersen van individuele bedrijven altijd op de voet volgt, is dit een bekende strategie voor je. Waarschijnlijk had je dergelijke aandelen allang in je bezit en heb je op tijd bijgekocht. Je analyseert ook de koersbewegingen van andere bedrijven en reageert onmiddellijk als je technische indicatoren daarom vragen.
Kortom, beleggen in kansrijke bedrijven is natuurlijk een goede zet, maar het vraagt veel tijd en inzet van de individuele belegger. Bovendien brengt deze manier van beleggen gemiddeld ook hogere kosten met zich mee. Iedere aan- en verkoop kost geld. Hoe vaker je wisselt, hoe zwaarder de kosten drukken op je resultaat.
5. Niets doen
Ook die beleggers zijn er. Ze hebben hun geld bijvoorbeeld gespreid in indexfondsen, omdat die lage kosten hebben. Vaak leggen ze maandelijks een vast bedrag extra in, omdat ze weten dat ze daarmee op de lange termijn het beste resultaat behalen. Door maandelijks een gelijk bedrag in te leggen, koop je net zo vaak tegen een relatief lage prijs als tegen een relatief hoge.
Avontuurlijke beleggers vinden deze manier van beleggen niet echt beleggen. Toch is regelmatig inleggen in een beleggingsfonds met een bepaald risicoprofiel net zo goed een beleggingsstrategie. Je kunt ook kiezen voor fondsen met verschillende risicoprofielen, om het iets spannender te maken. Bij sommige aanbieders kun je zelfs kosteloos switchen tussen verschillende fondsen.
Je zou deze manier van beleggen ook lui kunnen noemen. Of saai. Maar als deze beleggingsstijl bij je past, zou het wel eens de winnende strategie kunnen zijn. Niet omdat die het meeste rendement oplevert, want dat is op voorhand niet te zeggen. Maar als deze strategie bij je past, kun je er wel op een heel evenwichtige manier een crisis mee doorkomen. En dat is ook wat waard.
(door José Mast, Beleggingsrekeningen, 10 juni 2020)
Lees ook:
» Acht redenen waarom beleggers overstappen
» Hoe kan ik goedkoop beleggen?
» Hoeveel beleggen Nederlanders gemiddeld?
» Hoeveel spaargeld heeft een belegger?
» Meeste Nederlandse beleggers zijn doe-het-zelvers
» Welke beleggingsinstrumenten zijn het populairst?
» De 5 grootste misverstanden over effecten uitlenen