In hoeveel bedrijven moet je minimaal beleggen?

José Mast

09/02/2022

Beginnende beleggers gaan vaak op zoek naar koopjes op de beurs: laag gewaardeerde aandelen waarmee ze snel winst denken te kunnen behalen. Een lastige opgave, want je weet nooit zeker of je de juiste keuze maakt. Daarom is het belangrijk om veel verschillende aandelen te hebben. Maar hoeveel is genoeg?

Voordat je gaat nadenken over het aantal bedrijven waarin je wilt beleggen, is het goed om te bepalen in hoeveel instrumenten je wilt beleggen.

Een aandeel is een voorbeeld van een instrument, maar er zijn er meer. Denk aan obligaties, vastgoed, grondstoffen en valuta’s. Professionele beleggers stellen hun portefeuilles samen uit verschillende instrumenten. Waarom zou je het als doe-het-zelf-belegger anders doen?

Aandelen combineren met obligaties

Met aandelen loop je gemiddeld genomen het meeste risico, maar het is ook de categorie waarmee je het hoogste rendement kunt behalen. Dat verklaart de populariteit van aandelen.

Maar je kunt dus overwegen om ook andere instrumenten zoals obligaties aan je portefeuille toe te voegen. Als je aandelen het wat minder goed doen, kunnen de obligaties ervoor zorgen dat je rendement niet te ver onderuitgaat. Je kunt ook kiezen voor een beleggings- of indexfonds met obligaties.

Tien of honderd?

Spreiding over verschillende bedrijven beperkt je risico. Heb je maar in tien bedrijven aandelen, dan is bij één zorgenkindje al tien procent van je portefeuille in gevaar.

Je loopt statistisch gezien minder risico als je in honderd bedrijven belegt. Maar dan steekt een ander risico de kop op: van honderd bedrijven de ontwikkelingen op de voet volgen is voor een particuliere belegger niet te doen. Je mist dan makkelijk belangrijke informatie, wat het rendement van je beleggingen kan schaden.

Het ideale aantal voor een doe-het-zelver ligt daarom ergens tussen de tien en de honderd. Dertig zou een goed streven kunnen zijn, veertig nog beter.

Spreiding over sectoren

Maar wat nu als je belegt in veertig bedrijven in dezelfde sector? Dan is de kans groot dat ze allemaal een klap krijgen als zich een tegenvaller voordoet in die sector.

Het absolute aantal bedrijven zegt dus niet alles. Het gaat ook om diversificatie. Stel je hebt aandelen in één bedrijf en je staat voor de keuze om er een ander bedrijf aan toe te voegen. Kies je dan voor een bedrijf in dezelfde sector, dan gaat je risico een klein beetje omlaag. Maar kies je voor een bedrijf in een andere sector, dan gaat je risico nog veel meer omlaag.

Voor je derde, vierde en vijfde investering geldt dat in nog sterkere mate. En het spreekt vanzelf: in hoe meer bedrijven je belegt en hoe beter je spreidt over sectoren en eventueel regio’s, des te lager het risico.

Hoe spreiden over sectoren?

Ook hiervoor kun je de kunst afkijken bij professionele beleggingsinstellingen. Dit is hoe indexmaker MSCI het doet in de MSCI World Index.

 

Informatietechnologie 23%
Financiële sector 14%
Gezondheidszorg 12%
Duurzame consumptiegoederen 12%
Industrie 10%
Communicatiediensten 9%
Consumptiegoederen 7%
Grondstoffen 4%
Olie en gas 3%
Nutsbedrijven 3%
Onroerend goed 3%

 

Beleggingsdoel

Je beleggingsdoel bepaalt ook voor een belangrijk deel in hoeveel bedrijven je moet beleggen. Vind je het leuk om met beleggen bezig te zijn en is het als het ware een soort spelletje? Dan is het aantal bedrijven minder belangrijk. Realiseer je dan wel dat je portefeuille kwetsbaarder is voor koersschommelingen.

Is het je doel om een vermogen op te bouwen voor de toekomst? Dan is het slim om serieus te werk te gaan. Kies voor een groot aantal aandelen en besteed aandacht aan een goede spreiding.

Eén of twee fondsen kan ook genoeg zijn

Niet veel particuliere beleggers hebben de tijd, de aandacht en de kennis om de juiste aandelen en obligaties te selecteren. Bovendien moet je ook maar de emotionele rust hebben om bij tegenslagen geen impulsieve beslissingen te nemen. Daarom kan het verstandiger zijn om het spreiden over te laten aan een professionele beheerder.

Een andere manier om te spreiden is beleggen in fondsen. Een beleggingsfonds bestaat altijd uit veel verschillende aandelen en/of obligaties en/of andere instrumenten.

Je kunt kiezen voor actief of passief beheerde fondsen, de zogenoemde indexfondsen. Kies je voor een indexfonds, dan heb je bovendien lage kosten. Dit fonds volgt simpelweg een bestaande standaard, er komt geen actieve beheerder aan te pas. Daarmee accepteer je dat er ook minder presterende aandelen tussen zitten, maar op het gemiddelde rendement heeft dat meestal weinig effect.

Wil je nog beter spreiden, dan kun je ook verschillende beleggingsfondsen met elkaar combineren. Je kunt bijvoorbeeld een technologiefonds combineren met een wereldwijd aandelenfonds.

Spaargeld

Buiten je beleggingsinstrumenten is er nog een belangrijke categorie: spaargeld. Ook al levert een spaarrekening weinig op, vraag je altijd af of je buffer groot genoeg is. Met andere woorden: beleg niet met geld dat je niet kunt missen.

(door José Mast, Redactie Beleggingsrekeningen, 9 februari 2022)


Lees ook:

» Welk beleggingsrisico past bij jou?

» Wat je moet weten over beleggen (begrippenlijst)

» Hoeveel beleggen Nederlanders gemiddeld?

» Hoeveel geld moet een belegger achter de hand houden?

» Welke ETF moet je kiezen?

» Portefeuille overboeken: acht brokers en banken vergeleken

» Wat is de 4%-regel, en geldt deze nog altijd?