Beleggingen tijdelijk verkopen bespaart geen belasting

José Mast

06/10/2022

Belegd vermogen wordt zwaarder belast dan spaargeld. Op 1 januari stelt de Belastingdienst de waarde van deze beide vermogensonderdelen vast. Hierbij tellen ook beleggingen die je in het laatste kwartaal verkoopt en binnen drie maanden terugkoopt mee.

De afgelopen jaren maakte de fiscus een schatting van de verhouding tussen spaargeld en beleggingen. Daarbij was alleen de totale waarde van het vermogen van belang. Iemand die een miljoen bezat, kreeg naar verhouding meer beleggingen en minder spaargeld toegedicht dan iemand met een ton.

Werkelijk saldo, fictief rendement

Wat nu verandert, is dat de fiscus elk jaar op 1 januari het daadwerkelijke spaarsaldo en de daadwerkelijke waarde van beleggingen gaat peilen. Spaarders zijn daarmee beter af, omdat spaargeld minder zwaar wordt belast.

Wat niet verandert, is dat het rendement wordt geschat. Je geeft dus niet je daadwerkelijke rente en beleggingsrendement op. De fiscus werkt met fictieve percentages, die per jaar worden vastgesteld. In 2022 is het fictieve rendement op spaargeld bijvoorbeeld -0,01 procent en op beleggingen 5,53 procent.

Belegd vermogen verlagen

Fiscaal gezien is het dus gunstig om op 1 januari weinig beleggingen te hebben. Het lijkt een slimme truc om beleggingen tijdelijk te verkopen en het geld op een spaarrekening te zetten.

Maar daar steekt de fiscus een stokje voor. Als je in de periode vanaf 1 oktober 2022 je beleggingen verkoopt en binnen drie maanden weer beleggingen terugkoopt, wordt je vermogen toch belast alsof je deze beleggingen op 1 januari 2023 in bezit had.

Wil je je belegde vermogen op 1 januari 2022 verlagen, dan had je beleggingen dus óf voor 1 oktober moeten verkopen óf je moet langer dan drie maanden wachten met het terugkopen ervan.

(door José Mast, Beleggingsrekeningen, 6 oktober 2022; Foto: Shutterstock)